Rondetafelgesprek over bewegingsarmoede in Tweede Kamer
Op maandag 21 februari vond het rondetafelgesprek over bewegingsarmoede plaats in de Tweede Kamer. In het bijzijn van de vaste commissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) spraken onder andere voorzitter Michael van Praag en raadslid Erik Scherder over de rol van sport en bewegen. In vier blokken van 45 minuten kwamen vertegenwoordigers uit kennis en wetenschap, professionele sportsector, amateursport, gemeenten, onderwijs en gehandicaptensport aan het woord. Tijdens het gesprek waren vanuit de Tweede Kamer de sportwoordvoerders Michiel van Nispen, Jeanet van der Laan, Rudmer Heerema, Lisa Westerveld en Inge van Dijk aanwezig. Dit rondetafelgesprek was georganiseerd op initiatief van deze Kamerleden.
Raadslid en klinisch neuropsycholoog Erik Scherder besprak de urgentie van een actieve leefstijl door het zitten ieder half uur te onderbreken én de beweegnorm van dertig minuten matig intensief bewegen per dag te halen. Studies laten zien dat iedere onderbreking van het zitten al helpt en een positief effect heeft op het verminderen van overgewicht. De afgelopen twee jaar zijn mensen nog minder gaan sporten en bewegen. Onze weerbaarheid is niet toe- maar afgenomen. Hij deed daarom nogmaals een oproep om de aanpak van de pandemie van bewegingsarmoede serieus te nemen. De overheid moet de aanpak van inactiviteit niet zien als preventie of gezondheidsbevordering, maar als gezondheidsbescherming. Het gezamenlijke doel moet om te beginnen veel ambitieuzer worden gesteld. In het preventieakkoord is een doelstelling opgenomen over bewegen: in 2040 moet minstens 75% van de bevolking voldoende bewegen. Dat is twee generaties verder! De Nederlandse Sportraad is hier heel duidelijk over: dit moet in 2030 zijn bereikt, en met een aangepaste beweegnorm.
Michael van Praag sprak de aanwezige Kamerleden aan met de vraag: "Wat gebeurt er als u straks na vier jaar weg bent?" Daarmee illustreerde hij de kwetsbare positie van sport en bewegen, want volgende Kamerleden zouden minder enthousiast kunnen zijn over het onderwerp. Het allerbelangrijkste voor de komende tijd is volgens Michael van Praag dat regering en parlement ambitieuze doelen stellen op het gebied van sport en bewegen. Dat trekt ook de andere partners mee. De aanpak van bewegingsarmoede is een van de sleutels om de volksgezondheid te verbeteren, zorgkosten te verminderen, het onderwijs te versterken, arbeidsproductiviteit te garanderen en schade aan de economie te voorkomen. "Helaas zijn sport en bewegen in Nederland niet duurzaam georganiseerd. Dit is wat ik dagelijks hoor in onze maatschappij".
In ‘De opstelling op het speelveld’ heeft de NLsportraad geadviseerd om van sport een publieke voorziening te maken. Iedereen in Nederland zou toegang moeten hebben tot sport- en beweegaanbod, en niet alleen het fitte, sportieve deel van de bevolking met voldoende inkomen. Sport en bewegen is niet alleen een hobby, maar een noodzaak en mag niet afhankelijk zijn van het enthousiasme van de zittende wethouder, gedeputeerde, of minister. De vrijblijvendheid van sport en bewegen in Nederland moet eraf.
Terugkijken?
U kunt dit rondetafelgesprek op de website van de Tweede Kamer terugkijken.